Begroting 2021

Paragrafen

Paragraaf Financiering

Inleiding

De financieringsfunctie dient uitsluitend de publieke taak. Het beleid valt binnen de kaders die zijn gesteld in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Centraal in deze wet staan transparantie en risicobeheersing. Om inzicht te geven in de manier waarop de gemeente dit doet en een beeld te geven van de stand van zaken gaan we in deze paragraaf in op de ontwikkelingen rond de gemeentelijke financiering, het te voeren beleid op dit gebied en de risico’s die we daarbij lopen.  
Het treasurystatuut is verankerd in artikel 15 van de Financiële beheersverordening 2014 en bevat de beleidsmatige infrastructuur van de treasuryfunctie in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten.

Welke ontwikkelingen spelen er?
Rente ontwikkelingen
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft in maart 2016 de herfinancieringsrente verlaagd naar 0,00%. Momenteel (augustus 2020) bedraagt de geldmarktrente voor aan te trekken driemaands kasgeldleningen -0,10% (te ontvangen). Het tarief voor negatieve saldi op de rekening-courant (rood staan) is 2,45% (te betalen). De vergoedingen bij het schatkistbankieren staan op 0,00%. De kapitaalmarktrente voor aan te trekken leningen voor looptijden van 5 en 10 jaar zonder renteherziening bedraagt momenteel resp. -0,1% en 0,07%. De verwachting is dat deze rentetarieven voorlopig ongeveer op dit niveau zullen blijven. Substantiële rentestijgingen worden niet verwacht, vooral omdat de inflatieverwachting nog achterblijft bij de ECB-doelstellingen.

Gemeentelijke ontwikkelingen
In 2020 is een langlopende lening ter grootte van € 12.000.000 aangetrokken. Gezien de investeringsvoornemens zal de benodigde hoeveelheid kort geld en lang geld in 2021 toenemen, waarbij de kasgeldlimiet zal worden overschreden. Hiervoor zal deels  lang geld moeten worden aangetrokken als er langer dan 3 kwartalen een overschrijding van het kasgeldlimiet is. Overschrijdingen van de kasgeldlimiet moet worden gemeld aan de toezichthouder (provincie Zuid-Holland).

LIQUIDITEITSPROGNOSES
Wekelijks stellen we liquiditeitsprognoses voor de korte termijn op om tijdig in te spelen op schommelingen in de liquiditeit. Jaarlijks stellen we één à twee liquiditeitsprognoses op met een horizon van vier jaar.

GARANTIESTELLING LENINGEN EN VERSTREKKEN VAN LENINGEN
Ons beleid is leningen of garanties uit hoofde van de 'publieke taak' alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd. Daarbij winnen we vooraf informatie in over de financiële positie en de kredietwaardigheid van de betreffende partij. Indien een andere voorziening beschikbaar is, verstrekt de gemeente uitsluitend aanvullend een lening of garantie.

RISICOBEHEER
Het risicobeheer is gericht op het beperken van financiële risico’s. In het treasurystatuut zijn richtlijnen en limieten opgenomen, die de basis vormen voor alle transacties op dit gebied. Ons beleid is voornamelijk
 gebruik te maken van veilige en inzichtelijke financiële instrumenten.

De Wet fido geeft normen voor het beperken van risico’s. De belangrijkste risicocategorie is het renterisico, waarvan de kasgeldlimiet en de renterisiconorm belangrijke richtlijnen zijn ter beperking van renterisico’s.
De kasgeldlimiet heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd tot één jaar. Het totaal van deze leningen mag niet meer bedragen dan 8,5 % van de totale lasten op de begroting. De renterisiconorm heeft betrekking op leningen met een rentetypische looptijd vanaf één jaar.
De verplichte aflossingen en renteherzieningen op deze leningen mogen niet meer bedragen dan 20 % van de totale lasten op de begroting. Het doel van deze normen is het risico te beperken wanneer bij herfinanciering van de leningen een rentestijging leidt tot financiële problemen.

KASGELDLIMIET
De kasgeldlimiet is het wettelijke maximum aan leningen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar. De kasgeldlimiet staat toe om in 2021 de financieringsbehoefte tot een bedrag van € 4.9 miljoen te dekken met kortlopende leningen. Zodra wij deze limiet voor een langere periode (meer dan een half jaar) dreigen te overschrijden, trekken wij een langlopende lening aan of vragen wij (onderbouwd) toestemming aan de provincie om gedurende een bepaalde periode de limiet te mogen overschrijden.

Gelet op de te verwachte relatief lage rente voor kort krediet, maken we zoveel mogelijk gebruik van de toegestane norm, tenzij we sterke rentestijgingen verwachten op de kapitaalmarkt.

Kasgeldlimiet    (bedragen x € 1.000)                                                            

2021

2022

2023

2024

Begrotingstotaal lasten

57.770

54.878

50.428

50.653

Maximaal toegestane kasgeldlimiet (8,5% van begrotingstotaal lasten)

4.910

4.665

4.286

4.305

Gemiddeld saldo vlottende korte schuld en vlottende middelen

4.689

4.708

5.859

3.119

Ruimte onder kasgeldlimiet

221

-43

-1.572

1.186

RENTERISICONORM

Renterisiconorm (bedragen x € 1.000)

2021

2022

2023

2024

1

Renteherziening op langlopende schuld o/g

0

0

0

0

2

Te betalen aflossingen

400

400

400

400

3

Renterisico (1 en 2)

400

400

400

400

4

Renterisiconorm

11.554

10.976

10.086

10.131

5a

Ruimte onder risiconorm

11.154

10.576

9.686

9.731

5b

Overschrijding risiconorm

4a

Begrotingstotaal lasten

57.770

54.878

50.428

50.653

4

Renterisiconorm 20% van begrotingstotaal

11.554

10.976

10.086

10.131

De verwachting is dat we voor de komende jaren onder de renterisico-norm blijven.

FINANCIERINGSBEHOEFTE
Per 1 januari 2021 houden we rekening met een financieringsbehoefte van € 5,4 mln (2020 € 4,3 mln.). Dit is een globale berekening van het verschil tussen het totaal van de vaste activa en voorraden grond enerzijds en de vaste financieringsmiddelen anderzijds (reserves, voorzieningen, langlopende leningen). Het werkelijke liquiditeitstekort per 1 januari 2021 zal lager uitkomen ten gevolge van crediteurensaldi, vertraging van investeringen en vooruit ontvangen bedragen. Daarom is een meer gedetailleerde liquiditeitsprognose voor de lange termijn gemaakt op basis van verwachte inkomsten en uitgaven gedurende 2021 t/m 2024. Deze geeft aan dat gedurende deze periode financieringstekorten ter grootte van de kasgeldlimiet kunnen ontstaan.

Financieringsbehoefte      (x € 1.000 euro)

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

1 Reserves en voorzieningen

59.495

56.164

54.421

53.145

2 Langlopende leningen

18.000

22.000

22.000

22.000

3 Totaal vaste financieringsmiddelen

77.495

78.164

76.421

75.145

4 Boekwaarde investeringen, incl. voorraden grond

82.937

82.101

81.900

81.383

   Financieringstekort/overschot (3 – 4)

-5.442

-3.937

-5.479

-6.238

Solvabiliteitsratio
(bedragen x € 1.000)  

rek. 2019

begr. 2020

begr. 2021

begr. 2022

begr. 2023

begr. 2024

Eigen vermogen

62.023

55.120

55.060

51.734

49.816

48.410

Balanstotaal

81.085

92.557

90.937

90.101

89.900

89.383

Solvabiliteit (ev/balanstotaal)

76,5%

59,6%

60,5%

57,4%

55,4%

54,2%

VERSTREKTE LENINGEN

Ons beleid is leningen en garanties alleen te verstrekken aan partijen die de gemeenteraad heeft goedgekeurd uit hoofde van de publieke taak. Wij gaan hier terughoudend mee om, waarbij garantieverlening de voorkeur heeft.

Bedragen x € 1.000

Verstrekte leningen

Rek. 2019

Begr. 2020

Begr. 2021

Starters- en duurzaamheidsleningen

1.296

1.296

1.296

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn)

1.153

1.153

1.153

Leningen aan verenigingen en instellingen

5.960

5.960

5.960

Overige leningen

19

19

19

Totaal

8.428

8.428

8.428

RENTEMETHODIEK

In het vernieuwde BBV is opgenomen dat de paragraaf financiering van de begroting en jaarrekening naast de beleidsvoornemens en het gerealiseerde beleid ten aanzien van het risicobeheer van de financieringsportefeuille ook verplicht inzicht moet geven in:

- de rentelasten uit externe financiering
- het renteresultaat
- de wijze van rentetoerekening.

Door onderstaand overzicht en toelichting in de paragraaf financiering op te nemen wordt invulling gegeven aan deze verplichting.

Renteomslag

1-1-2020

1-1-2021

1-1-2022

1-1-2023

1-1-2024

Restant korte financiering

4.000.000

4.500.000

4.500.000

4.500.000

4.500.000

Restant lange financiering

22.000.000

18.000.000

22.000.000

22.000.000

22.000.000

Totaal externe financiering

26.000.000

22.500.000

26.500.000

26.500.000

26.500.000

Gewogen gemiddeld rentepercentage externe financiering

1,0%

0,5%

0,5%

0,5%

0,5%

tbv rente eigen vermogen (nvt)

a1. De externe rentelasten over de korte financiering

+

0

0

0

0

0

a2. De externe rentelasten over de lange financiering

+

220.000

117.000

143.000

143.000

143.000

b.   De externe rentebaten (incl. rente hyb.lening)

-/-

0

0

0

0

0

     Totaal door te rekenen externe rente

220.000

117.000

143.000

143.000

143.000

c1. De rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend

-/-

0

0

0

0

0

c2. De rentelasten van projectfinanciering

-/-

0

0

0

0

0

c3. De rentebaten van doorverstrekte leningen (projectfinanciering)

+

0

0

0

0

0

     Saldo door te rekenen externe rente

220.000

117.000

143.000

143.000

143.000

d1. Rente over eigen vermogen

+

0

0

0

0

0

d2. Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde)

+

0

0

0

0

0

     De aan taakvelden toe te rekenen rente

220.000

117.000

143.000

143.000

143.000

e.  De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag)

-/-

0

0

0

0

0

f.   Renteresultaat op het taakveld treasury

220.000

117.000

143.000

143.000

143.000

Boekwaarde activa tbv renteomslag, excl. verstrekte leningen

77.409.000

74.720.000

76.950.000

75.009.000

72.752.000

Omslagrenteberekening

0,28%

0,16%

0,19%

0,19%

0,20%

Na afronding

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

0,00%

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2020 08:29:53 met de export van 11/10/2020 08:19:14