Begroting 2021

Programmaplan

Algemene dekkingsmiddelen

We voeren, met de beschikbare middelen, een degelijk en transparant financieel beleid. Structurele uitgaven worden betaald uit structurele inkomsten.

Vanaf 2018 zijn we gestart we met het geleidelijk overhevelen van de precariobelasting (indirect via de nutsbedrijven aan onze inwoners geheven) naar de onroerendezaakbelasting (OZB). Dat gebeurt binnen een periode van 5 jaar. Dat beleid zetten we voort. De totale (gemiddelde) woonlasten per huishouden stijgen in de komende vijf jaar hierdoor niet (van indirecte heffing door nutsbedrijven naar directe heffing door gemeente).

Op basis van de beschikbare middelen is het uitgangspunt dat de tarieven voor de OZB de komende periode slechts met het jaarlijkse inflatiepercentage stijgen. Voor wat betreft de tarieven voor de riool- en afvalstoffenheffing en die voor leges: deze moeten in principe 100 % kostendekkend zijn. Wij heffen geen hondenbelasting, parkeerbelasting, forensenbelasting, BIZ-bijdrage en toeristenbelasting (of verblijfbelastingen).

Het huidige kwijtscheldingsbeleid zetten wij eveneens voort. Mocht er in de toekomst bezuinigd moeten worden, dan rust er op geen enkel programma een absoluut taboe. De (financieel) meest kwetsbare inwoners in onze gemeente worden in die opgave dan wel ontzien.

Bij de decentralisaties in het sociaal domein hanteren wij onverkort het principe rijksbudget = werkbudget. Dit principe is in de praktijk momenteel niet houdbaar. Om die reden zijn de meeruitgaven in relatie tot de inkomsten die wij hiervoor van het Rijk ontvangen, structureel in onze gemeentebegroting opgenomen. Dit laat onverlet dat wij ons blijven inzetten om bij de zogeheten sturingsagenda Jeugd en de transformatieagenda Wmo deze uitgaven terug te dringen.

Actiepunten

  • Gelijkblijvende (woon)lasten voor onze inwoners
  • Huidig financieel beleid voortzetten
  • In de Programmabegroting meeruitgaven decentralisaties structureel opnemen  

Raakvlakken

  • Financiën heeft met alle programma’s raakvlakken

WAT WILLEN WIJ BEREIKEN?

DOEL A
Structurele uitgaven betalen uit structurele inkomsten.
Een transparant financieel beleid.

WAT GAAN WIJ DAARVOOR DOEN?

ACTIVITEITEN DOEL A
Het opnemen van de meeruitgaven van de decentralisaties in de Programmabegroting.
Een solide financiële huishouding voeren.

VERPLICHTE ONDERDELEN BESLUIT BEGROTING EN VERANTWOORDING
Alle lasten en baten die samenhangen met de programma’s worden direct op het desbetreffende programma geboekt. De baten in algemene middelen bestaan uit doeluitkeringen, specifieke rijksvergoedingen, huuropbrengsten en dergelijke. Dit onderdeel van de begroting volgt uit artikel 8 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV).

In algemene dekkingsmiddelen staan de volgende onderwerpen:

  • Lokale heffingen
  • Algemene uitkering uit het Gemeentefonds
  • Dividenden
  • Saldo financieringsfunctie
  • Overige algemene dekkingsmiddelen

Verder heeft de gemeente diverse inkomsten waarvan de besteding niet gebonden is. Dit zijn de zogenaamde algemene dekkingsmiddelen. Deze baten zijn niet aan een concreet programma toe te rekenen. Artikel 8 van het BBV schrijft voor dat, naast de begroting van lasten en baten per programma, ook een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en de post onvoorzien moet worden opgenomen.

LOKALE HEFFINGEN
Dit zijn gemeentelijke belastingen die geen directe relatie hebben met een bepaalde gemeentelijke taak, de besteding is niet geoormerkt. De onroerendezaakbelasting en de precariobelasting vallen hieronder. De rioolrechten, afvalstoffenheffing, leges, en marktgelden vallen hier niet onder. Deze worden op de desbetreffende programma’s verantwoord en zijn geoormerkt voor deze lasten. We verwijzen naar de paragraaf Lokale heffingen voor een uitgebreidere toelichting. In de paragraaf Weerstandsvermogen is een berekening opgenomen over de dekkingspercentages in relatie tot het weerstandsvermogen.

ALGEMENE UITKERING UIT HET GEMEENTEFONDS
In de begroting is rekening gehouden met de effecten van de Meicirculaire 2020. Voor de berekening van de algemene uitkering 2021 is rekening gehouden met de verwachte stijging van het aantal inwoners en het aantal woningen in 2020. Meerjarig zijn deze stijgingen eveneens meegerekend. Van de meerjarige extra inkomsten is 50% in de uitgaven opgenomen als toename van kosten areaaluitbreiding. De maatstaven zijn in de meerjarenbegroting constant gehouden. De gelden uit het BTW-compensatiefonds (BCF) zijn niet meegerekend door bijgestelde regelgeving en uitname van de deelnemende gemeenten. De decentralisaties zijn voor een deel opgenomen in de algemene uitkering, op termijn worden alle decentralisaties opgenomen in de berekeningen van de algemene uitkering. Het deel dat is achtergebleven als deelfonds zijn de decentralisatie Participatiewet en Voogdij 18+.

DIVIDENDEN
We ontvangen dividend van Alliander, Bank voor Nederlandse Gemeenten (BNG) en De Meerlanden NV naar rato van het bedrijfsresultaat.   

Bedragen x € 1.000

Dividend

Realisatie
2018

Realisatie
2019

Begroting
2020

Begroting
2021

Alliander 

338

563

553

553

Bank Nederlandse Gemeenten 

126

142

142

142

Meerlanden 

66

50

56

56

530

755

751

751

SALDO FINANCIERINGSFUNCTIE
In de vernieuwde BBV zijn de regels over rentetoerekening gewijzigd. De notitie Rente van de Commissie BBV geeft in een stellige uitspraak aan, dat er niet meer rente mag worden toegerekend dan de werkelijke rentelasten. Er is geadviseerd geen rente meer toe te rekenen aan eigen vermogen (voorheen bespaarde rente). We berekenen in Hillegom geen rente over investeringen. Het renteresultaat in Hillegom bedraagt € 0,-.

In 2020 heeft onze gemeente een vaste geldlening aangetrokken. De werkelijke rentelasten zijn verantwoordt in de begroting. Tijdelijke overschotten op de financiering worden overeenkomstig het schatkistbankieren 'gestald' bij het Rijk. Door de lage rente zijn er geen rentebaten. De overhead wordt verantwoord in prestatieveld bedrijfsvoering en de directe bedrijfskosten worden rechtstreeks toegerekend aan de producten en activiteiten. De overhead wordt wel meegenomen in de berekening van de kostendekkende tarieven.

MUTATIES RESERVES

Per programma is vermeld wat de mutaties op de reserves zijn. Een aantal mutaties is niet toe te wijzen aan een programma en wordt daarom hier verantwoord.

SAMENWERKINGSPARTNERS

Verbonden partijen

Overige samenwerkingspartners

Bank Nederlandse gemeenten (BNG)
Duin- en waterbedrijf Zuid-Holland (Dunea)
Alliander N.V.
Cocensus

Lasten, baten en saldo

Lasten

-8.422.396

14,6 %

Baten

38.207.735

66,1 %

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2020 08:29:53 met de export van 11/10/2020 08:19:14